Dit weblog is afgelopen, maar her en der zullen nog foto's worden bijgeplaatst.
Op naar de volgende reis. Serieus. De wereld is te mooi om in je achtertuin te blijven plakken.
vrijdag 7 maart 2008
Op Nederlandse bodem
Iets na half 7, inmiddels 1 maart, landt de boeing 777 keurig op Schiphol. In het vliegtuig hebben we de kinderen omgekleed. De slurf naar de terminal laat al ijskoude lucht door. Ineens is het niet meer leuk. Van wie is dit grijze, koude land? Terwijl we wachten op onze bagage gaat de telefoon. Margot belt! En nog twee keer rinkelt ons mobieltje. Beide keren weer Margot die kennelijk al onderweg is naar ons huis.
De tassen zijn inmiddels aangekomen over de bagageband en de kar komt ook. De hoes is totaal beschadigd. Echt degelijk was ie niet, maar hij had niet de vele scheuren die er nu in zitten. We vrezen het ergste voor de tandem... De kar is beschadigd, althans het doek, daar zit een winkelhaak in. Wat hebben ze hier mee uitgevreten bij het transport? De tandem blijkt gelukkig ongedeerd. En weer belt Margot. Jemig, schoonmoeders... denk ik nog.
De kinderen weten ook hier precies hoe het hoort: netjes wachten bij de bagage. Ze helpen zelf met de wielen monteren aan de kar, zijn gezellig en uitgeslapen. Tegen 8 uur rijden we dan eindelijk met de hele bups door de 'Nothing To Declare' en door de schuifdeur. We worden daar bestormd door Margot. De kinderen zitten te glunderen: 'Oma, oma!'
Het Hollandse... treinkaartjes kopen en niet met je tandem in de lift kunnen. Station Eindhoven heeft zelfs geen lift, alleen een goederenlift. De Stationsstraat, de Parklaan en even later het Vinkenhofje. Bekend en o zo vreemd. Levia begint keihard te huilen als we het huis binnenkomen, waarna ze plotseling opgetogen roept: 'Heee dat is mijn fietsje!' en op de loopfiets gaat ze de kamer rond.
Schatten van vrienden komen ons helpen ontdooien 's middags. Een heerlijke vlaai nemen ze mee. Hun aanwezigheid is hartverwarmend. 's Avonds kunnen we niet slapen zonder de verwarming aan. Met dikke pyjama's aan liggen we klappertandend in bed. Grote schrik in de badkamer: we zijn allebei ettelijke kilo's lichter. Merijn had het wel verwacht, maar ik die 6 kilo niet. Alle broeken zakken van m'n kont. Zondagmorgen lopen we naar vrienden om de hoek. Intens koud zijn die 5 minuten op straat. Het werk wacht, school, orkest, leerlingen, het orkestbestuur, er wordt alweer gebeld voor een schnabbel met een ander orkest. Talloze telefoontjes deze week, geen tijd voor webloggen tussen de bedrijven door. Levia en ik hebben een behoorlijke jetlag. Yentl en Merijn hebben nergens last van. De school en de peuterspeelzaal zijn in onze afwezigheid verhuisd. Levia probeert donderdag de peuterspeelzaal ook weer eens en na even wennen ligt ze schaterend van de pret in het poppenbed samen met een vriendinnetje. Een orkestrepetitie met Beethoven en Berg. Voor je het weet word je weer geleefd, iets waar ik me tegen probeer te wapenen. Iedereen heeft haast. Bij AH worden mijn boodschappen door de volgende klant bruusk terzijde geschoven als ik ze niet snel genoeg in een tasje prop. Als ik stilsta met de auto om een huisnummer te kunnen bekijken, wordt er driftig getoeterd achter me. Het is weer wennen.
Eigenlijk is maar 1 ding belangrijk om te weten. Waar gaat de volgende reis heen?
De tassen zijn inmiddels aangekomen over de bagageband en de kar komt ook. De hoes is totaal beschadigd. Echt degelijk was ie niet, maar hij had niet de vele scheuren die er nu in zitten. We vrezen het ergste voor de tandem... De kar is beschadigd, althans het doek, daar zit een winkelhaak in. Wat hebben ze hier mee uitgevreten bij het transport? De tandem blijkt gelukkig ongedeerd. En weer belt Margot. Jemig, schoonmoeders... denk ik nog.
De kinderen weten ook hier precies hoe het hoort: netjes wachten bij de bagage. Ze helpen zelf met de wielen monteren aan de kar, zijn gezellig en uitgeslapen. Tegen 8 uur rijden we dan eindelijk met de hele bups door de 'Nothing To Declare' en door de schuifdeur. We worden daar bestormd door Margot. De kinderen zitten te glunderen: 'Oma, oma!'
Het Hollandse... treinkaartjes kopen en niet met je tandem in de lift kunnen. Station Eindhoven heeft zelfs geen lift, alleen een goederenlift. De Stationsstraat, de Parklaan en even later het Vinkenhofje. Bekend en o zo vreemd. Levia begint keihard te huilen als we het huis binnenkomen, waarna ze plotseling opgetogen roept: 'Heee dat is mijn fietsje!' en op de loopfiets gaat ze de kamer rond.
Schatten van vrienden komen ons helpen ontdooien 's middags. Een heerlijke vlaai nemen ze mee. Hun aanwezigheid is hartverwarmend. 's Avonds kunnen we niet slapen zonder de verwarming aan. Met dikke pyjama's aan liggen we klappertandend in bed. Grote schrik in de badkamer: we zijn allebei ettelijke kilo's lichter. Merijn had het wel verwacht, maar ik die 6 kilo niet. Alle broeken zakken van m'n kont. Zondagmorgen lopen we naar vrienden om de hoek. Intens koud zijn die 5 minuten op straat. Het werk wacht, school, orkest, leerlingen, het orkestbestuur, er wordt alweer gebeld voor een schnabbel met een ander orkest. Talloze telefoontjes deze week, geen tijd voor webloggen tussen de bedrijven door. Levia en ik hebben een behoorlijke jetlag. Yentl en Merijn hebben nergens last van. De school en de peuterspeelzaal zijn in onze afwezigheid verhuisd. Levia probeert donderdag de peuterspeelzaal ook weer eens en na even wennen ligt ze schaterend van de pret in het poppenbed samen met een vriendinnetje. Een orkestrepetitie met Beethoven en Berg. Voor je het weet word je weer geleefd, iets waar ik me tegen probeer te wapenen. Iedereen heeft haast. Bij AH worden mijn boodschappen door de volgende klant bruusk terzijde geschoven als ik ze niet snel genoeg in een tasje prop. Als ik stilsta met de auto om een huisnummer te kunnen bekijken, wordt er driftig getoeterd achter me. Het is weer wennen.
Eigenlijk is maar 1 ding belangrijk om te weten. Waar gaat de volgende reis heen?
Het is alweer voorbij...
vrijdag 29 februari 2008
Nooit ben ik in Thailand met een ochtendhumeur of slechte stemming om 't een of ander wakker geworden. Altijd werd ik wakker, zag het ochtendgloren of dat het bijna zover was dat het licht zou worden en was meteen blij. Ik ben dol op de zomer, de warmte, het licht en dus voel ik me hier uitstekend. Wat er met mijn thuis zo brakke lijf gebeurd is, is me ook een raadsel, maar ik heb hier nauwelijks last van m'n gewrichten. Alleen m'n bekken heeft het soms zwaar, evenals m'n stuitje en op m'n rechterheup kan ik nog altijd niet liggen. Maar verder, niets. Ideaal. Heeft het fietsen me zoveel goed gedaan? Is het het klimaat? Het is wel even slikken als ik pal na het wakker worden besef dat dit de laatste ochtend is dat ik wakker word in Thailand. Potverdorie, ik ben van Thailand gaan houden!
Hoe we toch altijd zo snel weer onze zooi bij elkaar weten te rapen, is ook iets aparts. Waar we ook komen, binnen een kwartier ligt de vloer bezaaid met onze tassen en andere attributen. Uit de ene tas moet kleding komen, uit de andere een toilettas, weer uit een volgende een klamboe en natuurlijk moeten we wat te lezen hebben. Even snel als we troep maken, is die 'troep' weer opgeruimd in onze 4 fietstasjes, 1 toptas, 1 boekentas en de kar (waarin tent, 1 matje, boekentas en kinderen zich bevinden).
Vandaag hoeft Junjira geen ontbijt voor ons te maken. We hebben ons voorgenomen te ontbijten op het strand. We krijgen haar visitekaartje, want Yentl wil vanuit Nederland een brief sturen en dan gaan we.
Omdat we een ATM moeten hebben voor wat laatste bahts, volgen we eerst even de grote weg. Geen ATM, terwijl die ons toch beloofd is. De verkeerstoren van Phuket doemt groot op, we zijn al bij het vliegveld. Kunnen we mooi de vlucht herbevestigen. Ik ga naar binnen, moet helemaal door de security heen om überhaupt de hal in te mogen, bezoek een ATM en ga naar het kantoor van Slik Air. Bij het naar buiten lopen, tuint Merijn bijna in één van mijn flauwe grappen. Met een ernstig gezicht zeg ik: 'Nou, pak je boeltje maar. We vliegen om 12 uur in plaats van 17u50.' Geweldig dat ik een man heb die dat soort dingen dan eventjes dreigt te geloven.
Op naar Muyee, want als je érgens moet ontbijten op het strand, is het wel daar. Het is ons kraampje van de kokosnoten, van de eerste dagen. Vandaag krijgen we het halve ontbijt gratis. Dat is omdat we zo'n 'nice family' zijn, want onze kinderen zien er 'always sooooooo vely happy' uit.
We nemen 3 ligbedden onder de parasolletjes op het strand om de laatste uurtjes rustig te kunnen genieten van het strandleven. Hat Nai Yang is een enig strandje, dat viel me vanaf het begin al op. Ja, er zijn touristen, nee, het is niet grootschalig en opdringerig touristisch. De gestreepte parasolletjes op het strand zijn aandoenlijk. Zo ontzettend jaren 70. Mijn opa zat ook onder zo'n ding met mij als baby op schoot, dat kan ik nazoeken in mijn fotoalbum. Opa's zijn hier op Hat Nai Yang bij de vleet. Ik zou het willen betitelen als het winterverblijf voor ouderen op Phuket en werkelijk, het heeft wel wat. Dezelfde mensen als weken geleden zitten er op hun vaste ligbedjes. De bediening van Muyee weet precies waar ze trek in hebben en op welk uur. En zie ik daar in zee niet een school ouderen samen dobberen? Dat is het zwemuurtje voor 60+ers hier.
In de massagetempel is vandaag een klein meisje. Levia wil met haar spelen, maar daar komt niets van terecht. Levia krijgt namelijk nagellak aangeboden op haar vingertjes en dat is veel leuker dan spelen met Lu-om. De oma van Lu-om werkt hier terwijl ze op haar kleindochter past. Trots als een pauw is Levia op haar roze-rode nagellak. Ik wil er wel wat voor geven, maar oma-Lu-om weigert, ik mag wel wat geven aan Lu-om zelf. Die is blij, geld voor ijs, hoera!
En tenslotte vereren we Sumalee met een bezoekje. Het wordt haastig eten. De bestelling wordt pas na een half uur opgenomen, de kinderen moeten tussendoor een paar keer naar de wc en we waren al laat. Uiteindelijk wuiven we Sumalee en haar dochter haastig gedag, waarbij Sumalee nog een zak mandarijntjes de fietskar inschuift, we de laatste foto's maken en snel naar de luchthaven rijden.
Thailand is voorbij. Het warme land, de zon op onze huid, het maakt allemaal plaats voor een onprettig koude luchthaven waar we dan weer bahts overhebben die vlak voor het aan boord gaan worden ingeruild voor eetstokjes. Daar is weinig Thais aan. Alleen bij noedelsoep krijg je hier stokjes, de rest eet je met vork en lepel. Maar mooi zijn de stokjes en de hoesjes erbij wel. En met die bahts doen we verder toch niets zinnigs. Thailand is -vanwege de moesson- echt een winterbestemming voor ons en dat zit er de komende jaren toch niet meer in.
Silk Air brengt ons veilig naar Singapore terug, waar de kinderen midden in de nacht nog driftig krastekeningen maken. Op Changi Airport is een enorme tekentafel. Er liggen vellen papier en wasco's. Je kunt de vellen op een soort positief-sjablonen leggen, met wasco krassen en dan krijg je allerlei figuren. Een mooi spel als je lang moet wachten op een onmogelijk tijdstip. De daktuin is donker. Er staan zonnebloemen. Yentl merkt op dat het hier in het donker koeler is dan de avonden in Thailand. Met de sky-train (een zeer fascinerend ding als je 4 bent want hoe kan een trein nou in de lucht rijden?) gaan we naar de andere terminal. Het groene tapijt blijft achter, het nieuwe gebouw met licht tapijt en hoge ramen verwelkomt ons. We willen nog iets eten. Levia valt in slaap terwijl we sieuw mai en bapao met lotus eten. Slapend gaat ze het vliegtuig naar Amsterdam in.
Heel de vlucht naar Nederland slapen de kinderen veel. Zelfs ik slaag er deze keer vrij snel in in slaap te vallen, waar ik weer uitgehaald wordt doordat een stewardess op mijn schouder tikt wegens een plateautje eten. Gelukkig zijn er op ons privé-teeveetje erg veel boeiende documentaires die de laatste, turbulente uren naar Amsterdam vergemakkelijken.
Nooit ben ik in Thailand met een ochtendhumeur of slechte stemming om 't een of ander wakker geworden. Altijd werd ik wakker, zag het ochtendgloren of dat het bijna zover was dat het licht zou worden en was meteen blij. Ik ben dol op de zomer, de warmte, het licht en dus voel ik me hier uitstekend. Wat er met mijn thuis zo brakke lijf gebeurd is, is me ook een raadsel, maar ik heb hier nauwelijks last van m'n gewrichten. Alleen m'n bekken heeft het soms zwaar, evenals m'n stuitje en op m'n rechterheup kan ik nog altijd niet liggen. Maar verder, niets. Ideaal. Heeft het fietsen me zoveel goed gedaan? Is het het klimaat? Het is wel even slikken als ik pal na het wakker worden besef dat dit de laatste ochtend is dat ik wakker word in Thailand. Potverdorie, ik ben van Thailand gaan houden!
Hoe we toch altijd zo snel weer onze zooi bij elkaar weten te rapen, is ook iets aparts. Waar we ook komen, binnen een kwartier ligt de vloer bezaaid met onze tassen en andere attributen. Uit de ene tas moet kleding komen, uit de andere een toilettas, weer uit een volgende een klamboe en natuurlijk moeten we wat te lezen hebben. Even snel als we troep maken, is die 'troep' weer opgeruimd in onze 4 fietstasjes, 1 toptas, 1 boekentas en de kar (waarin tent, 1 matje, boekentas en kinderen zich bevinden).
Vandaag hoeft Junjira geen ontbijt voor ons te maken. We hebben ons voorgenomen te ontbijten op het strand. We krijgen haar visitekaartje, want Yentl wil vanuit Nederland een brief sturen en dan gaan we.
Omdat we een ATM moeten hebben voor wat laatste bahts, volgen we eerst even de grote weg. Geen ATM, terwijl die ons toch beloofd is. De verkeerstoren van Phuket doemt groot op, we zijn al bij het vliegveld. Kunnen we mooi de vlucht herbevestigen. Ik ga naar binnen, moet helemaal door de security heen om überhaupt de hal in te mogen, bezoek een ATM en ga naar het kantoor van Slik Air. Bij het naar buiten lopen, tuint Merijn bijna in één van mijn flauwe grappen. Met een ernstig gezicht zeg ik: 'Nou, pak je boeltje maar. We vliegen om 12 uur in plaats van 17u50.' Geweldig dat ik een man heb die dat soort dingen dan eventjes dreigt te geloven.
Op naar Muyee, want als je érgens moet ontbijten op het strand, is het wel daar. Het is ons kraampje van de kokosnoten, van de eerste dagen. Vandaag krijgen we het halve ontbijt gratis. Dat is omdat we zo'n 'nice family' zijn, want onze kinderen zien er 'always sooooooo vely happy' uit.
We nemen 3 ligbedden onder de parasolletjes op het strand om de laatste uurtjes rustig te kunnen genieten van het strandleven. Hat Nai Yang is een enig strandje, dat viel me vanaf het begin al op. Ja, er zijn touristen, nee, het is niet grootschalig en opdringerig touristisch. De gestreepte parasolletjes op het strand zijn aandoenlijk. Zo ontzettend jaren 70. Mijn opa zat ook onder zo'n ding met mij als baby op schoot, dat kan ik nazoeken in mijn fotoalbum. Opa's zijn hier op Hat Nai Yang bij de vleet. Ik zou het willen betitelen als het winterverblijf voor ouderen op Phuket en werkelijk, het heeft wel wat. Dezelfde mensen als weken geleden zitten er op hun vaste ligbedjes. De bediening van Muyee weet precies waar ze trek in hebben en op welk uur. En zie ik daar in zee niet een school ouderen samen dobberen? Dat is het zwemuurtje voor 60+ers hier.
In de massagetempel is vandaag een klein meisje. Levia wil met haar spelen, maar daar komt niets van terecht. Levia krijgt namelijk nagellak aangeboden op haar vingertjes en dat is veel leuker dan spelen met Lu-om. De oma van Lu-om werkt hier terwijl ze op haar kleindochter past. Trots als een pauw is Levia op haar roze-rode nagellak. Ik wil er wel wat voor geven, maar oma-Lu-om weigert, ik mag wel wat geven aan Lu-om zelf. Die is blij, geld voor ijs, hoera!
En tenslotte vereren we Sumalee met een bezoekje. Het wordt haastig eten. De bestelling wordt pas na een half uur opgenomen, de kinderen moeten tussendoor een paar keer naar de wc en we waren al laat. Uiteindelijk wuiven we Sumalee en haar dochter haastig gedag, waarbij Sumalee nog een zak mandarijntjes de fietskar inschuift, we de laatste foto's maken en snel naar de luchthaven rijden.
Thailand is voorbij. Het warme land, de zon op onze huid, het maakt allemaal plaats voor een onprettig koude luchthaven waar we dan weer bahts overhebben die vlak voor het aan boord gaan worden ingeruild voor eetstokjes. Daar is weinig Thais aan. Alleen bij noedelsoep krijg je hier stokjes, de rest eet je met vork en lepel. Maar mooi zijn de stokjes en de hoesjes erbij wel. En met die bahts doen we verder toch niets zinnigs. Thailand is -vanwege de moesson- echt een winterbestemming voor ons en dat zit er de komende jaren toch niet meer in.
Silk Air brengt ons veilig naar Singapore terug, waar de kinderen midden in de nacht nog driftig krastekeningen maken. Op Changi Airport is een enorme tekentafel. Er liggen vellen papier en wasco's. Je kunt de vellen op een soort positief-sjablonen leggen, met wasco krassen en dan krijg je allerlei figuren. Een mooi spel als je lang moet wachten op een onmogelijk tijdstip. De daktuin is donker. Er staan zonnebloemen. Yentl merkt op dat het hier in het donker koeler is dan de avonden in Thailand. Met de sky-train (een zeer fascinerend ding als je 4 bent want hoe kan een trein nou in de lucht rijden?) gaan we naar de andere terminal. Het groene tapijt blijft achter, het nieuwe gebouw met licht tapijt en hoge ramen verwelkomt ons. We willen nog iets eten. Levia valt in slaap terwijl we sieuw mai en bapao met lotus eten. Slapend gaat ze het vliegtuig naar Amsterdam in.
Heel de vlucht naar Nederland slapen de kinderen veel. Zelfs ik slaag er deze keer vrij snel in in slaap te vallen, waar ik weer uitgehaald wordt doordat een stewardess op mijn schouder tikt wegens een plateautje eten. Gelukkig zijn er op ons privé-teeveetje erg veel boeiende documentaires die de laatste, turbulente uren naar Amsterdam vergemakkelijken.
Op bezoek bij Alita en Junjiran
Bij 'the Family House' worden we weer even hartelijk ontvangen als 2 dagen terug. Onze bungalow is schoongemaakt en voorzien van schoon beddegoed en handdoeken.
We eten 's avonds bij een restaurantje een kilometer verder aan de weg. Een apart zaakje, veelbezocht en dus druk. Het is een houten gebouwtje met diverse verdiepingen en halve verdiepingen. De voorzijde wordt verlicht door gekleurde lampjes. Overal in en om het restaurant hangen wortels van bomen omlaag, ook gewoon boven je tafel. Het geeft een licht spookhuiseffect, maar is toch sfeervol.
Als we terugkomen bij de bungalows, staat Alita haar op te wachten met haar moeder. Levia is weer eens in slaap gevallen, dus die schuiven we zo in bed. Yentl heeft echter wel zin om te spelen. Ik vraag of Alita zo naar bed gaat. Welnee, die gaat nooit eerder dan 22-23 uur slapen. We zijn van harte welkom bij de familie thuis. Dat kun je niet weigeren. Bovendien is Yentl al met Alita naar binnen verdwenen.
Chang blijkt in schrijftaal 'Junjiran' te heten. Ze heeft een heleboel namen. Junjiran staat op haar visitekaartje, maar ze wordt meestal Nong genoemd. Op school heette ze nog anders en als moslima heet ze Fatima. Verwarrend lijkt me dat.
Junjiran zit op een donkere, hardhouten bank in haar kantoor televisie te kijken. Ik zit naast haar en kijk ongelovig mee. Op de buis is een ongelooflijk slechte soap, dat zie je van een kilometer afstand, zelfs als het in het Thais is. De acteurs zijn zwaar overschminkt en de scènes zijn slecht aan elkaar geplakt of misschien hoort dat hier zo. Junjiran en ik praten over alles wat vrouwen bezighoudt, terwijl zij af en toe geboeid kijkt, om zich dan weer tot mij te wenden. Het kamertje erachter wordt van het kantoor gescheiden door een gordijn. Daarachter horen we Alita en Yentl spelen en lachen. We gaan een kijkje nemen. Ook hier zijn azuurblauwe tegels, de fan aan het plafond draait op volle toeren en op de grond ligt een berg speelgoed. In de kleine ruimte staat een bed en een kledingkast. Het is niet de kamer van Alita, want die slaapt tussen haar ouders in. Misschien is het een rustplaats voor overdag? Verder staat er een kledingkast. Dit is een vertrek waar ze overdag zijn, als het kantoor in gebruik is voor de weinige bezoekers van het bungalowparkje. We zitten op de tegelvloer, naast de speelgoeddoos en al het plastic speelgoed om ons heen. Yentl onderzoekt alles, is gefascineerd door alle plastic fröbels en Alita vindt het geweldig wat Yentl verzint wat je met haar speelgoed allemaal kunt doen.
We praten over de kinderen. Alita slaapt overdag van 12 tot 15 uur. Dat verklaart waarom ze dagelijks tot 23 uur opblijft. Eerder is ze niet moe. Ze is ietsje jonger dan Levia. De man van Junjiran is taxichauffeur en rijdt van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat rond. Niet alleen op Phuket, maar ook rustig een retourtje Krabi of Surat Thani. Hij is in dienst van een hotel. Er worden foto's uit de kast gehaald. Een doosje met daarin allemaal envelopjes. We zien Junjiran als schoolmeisje, op de dag van haar trouwen, op het trouwen van haar zus en kiekjes van Alita als baby. Ook is er een foto van Alita met een hoofddoekje. Eerlijk gezegd voel ik me in dit land wel behoorlijk tekortschieten dat ik daar zo weinig van weet. Maar Junjiran vertelt, ongevraagd, van alles over haar geloof. Ik begrijp uit haar verhaal dat zij heel vrij met het geloof omgaan. Zij en Alita dragen zeer zelden hoofddoekjes. Ik was in de veronderstelling dat dat buitenshuis verplicht was, maar dat is kennelijk overal anders. Hier is in ieder geval niets verplicht.
Als Alita bijna omrolt van de slaap, weet ik Yentl eindelijk zover te krijgen ook mee te gaan naar onze bungalow. De avond is zacht. Het krekelconcert is er weer en de doerianboom wuift zachtjes.
We eten 's avonds bij een restaurantje een kilometer verder aan de weg. Een apart zaakje, veelbezocht en dus druk. Het is een houten gebouwtje met diverse verdiepingen en halve verdiepingen. De voorzijde wordt verlicht door gekleurde lampjes. Overal in en om het restaurant hangen wortels van bomen omlaag, ook gewoon boven je tafel. Het geeft een licht spookhuiseffect, maar is toch sfeervol.
Als we terugkomen bij de bungalows, staat Alita haar op te wachten met haar moeder. Levia is weer eens in slaap gevallen, dus die schuiven we zo in bed. Yentl heeft echter wel zin om te spelen. Ik vraag of Alita zo naar bed gaat. Welnee, die gaat nooit eerder dan 22-23 uur slapen. We zijn van harte welkom bij de familie thuis. Dat kun je niet weigeren. Bovendien is Yentl al met Alita naar binnen verdwenen.
Chang blijkt in schrijftaal 'Junjiran' te heten. Ze heeft een heleboel namen. Junjiran staat op haar visitekaartje, maar ze wordt meestal Nong genoemd. Op school heette ze nog anders en als moslima heet ze Fatima. Verwarrend lijkt me dat.
Junjiran zit op een donkere, hardhouten bank in haar kantoor televisie te kijken. Ik zit naast haar en kijk ongelovig mee. Op de buis is een ongelooflijk slechte soap, dat zie je van een kilometer afstand, zelfs als het in het Thais is. De acteurs zijn zwaar overschminkt en de scènes zijn slecht aan elkaar geplakt of misschien hoort dat hier zo. Junjiran en ik praten over alles wat vrouwen bezighoudt, terwijl zij af en toe geboeid kijkt, om zich dan weer tot mij te wenden. Het kamertje erachter wordt van het kantoor gescheiden door een gordijn. Daarachter horen we Alita en Yentl spelen en lachen. We gaan een kijkje nemen. Ook hier zijn azuurblauwe tegels, de fan aan het plafond draait op volle toeren en op de grond ligt een berg speelgoed. In de kleine ruimte staat een bed en een kledingkast. Het is niet de kamer van Alita, want die slaapt tussen haar ouders in. Misschien is het een rustplaats voor overdag? Verder staat er een kledingkast. Dit is een vertrek waar ze overdag zijn, als het kantoor in gebruik is voor de weinige bezoekers van het bungalowparkje. We zitten op de tegelvloer, naast de speelgoeddoos en al het plastic speelgoed om ons heen. Yentl onderzoekt alles, is gefascineerd door alle plastic fröbels en Alita vindt het geweldig wat Yentl verzint wat je met haar speelgoed allemaal kunt doen.
We praten over de kinderen. Alita slaapt overdag van 12 tot 15 uur. Dat verklaart waarom ze dagelijks tot 23 uur opblijft. Eerder is ze niet moe. Ze is ietsje jonger dan Levia. De man van Junjiran is taxichauffeur en rijdt van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat rond. Niet alleen op Phuket, maar ook rustig een retourtje Krabi of Surat Thani. Hij is in dienst van een hotel. Er worden foto's uit de kast gehaald. Een doosje met daarin allemaal envelopjes. We zien Junjiran als schoolmeisje, op de dag van haar trouwen, op het trouwen van haar zus en kiekjes van Alita als baby. Ook is er een foto van Alita met een hoofddoekje. Eerlijk gezegd voel ik me in dit land wel behoorlijk tekortschieten dat ik daar zo weinig van weet. Maar Junjiran vertelt, ongevraagd, van alles over haar geloof. Ik begrijp uit haar verhaal dat zij heel vrij met het geloof omgaan. Zij en Alita dragen zeer zelden hoofddoekjes. Ik was in de veronderstelling dat dat buitenshuis verplicht was, maar dat is kennelijk overal anders. Hier is in ieder geval niets verplicht.
Als Alita bijna omrolt van de slaap, weet ik Yentl eindelijk zover te krijgen ook mee te gaan naar onze bungalow. De avond is zacht. Het krekelconcert is er weer en de doerianboom wuift zachtjes.
woensdag 5 maart 2008
Phuket Town - Hat Nai Yang
donderdag 28 februari 2008
Voor de zoveelste keer is er sprake van miscommunicatie tussen ons en een local. Bij het ontbijt dreigt er weer van alles mis te gaan. Zolang je je keurig aan de kaart houdt, is het het gemakkelijkst, al vergissen ze zich regelmatig in de manier waarop de eieren bereid worden. Heb je kinderen bij je, die bijvoorbeeld een pakje melk willen, dan gaat er weleens iets mis. Helemaal als je vraagt of ze die ene rijstsoep (een slaschaal vol ongeveer) die je voor ze bestelt, in 2 kommen willen gieten. Het kan goed dat je dan 3 slaschalen rijstsoep krijgt, wat vandaag gelukkig niet gebeurt na interventie van de vrouwelijke hotelmanager.
De zoektocht naar oude gebouwen en currypasta wordt voortgezet, terwijl de volgepakte tandem en de fietskar geduldig op ons wachten in de hotellobby.
We gaan op zoek naar de markt. Gisteren moeten we daar voorbij gefietst zijn, maar nu kunnen we 'm nergens vinden. Het is de laatste plek waar curries te koop zouden zijn. De wijk met de oudere gebouwen vinden we wel. Wat we te zien krijgen is toch behoorlijk verouderd en daar is het niet fraaier op geworden. Onderhoud zou wel wat zijn in deze stad.
Na vele omzwervingen belanden we in een simpel eetlokaal, met de eenvoudigste maaltijd tot op heden. De keuze is rijst met kip of rijst met geroosterd varken. We nemen van allebei een bordje en eten tesamen met de zakenlieden uit de buurt die hier komen lunchen.
We moeten nog even terug naar de souvenirwinkel van gisteren, omdat we voor iemand een cadeautje willen meenemen. De souvenirwinkel is naast de massagesalon. Dat treft, de salon loopt uit. Eén van de dames rent naar binnen waar ze een deel van haar fruitlunch aan stokjes prikt en cadeau doet aan Yentl en Levia. Yentl een stuk watermeloen, Levia ananas. Na één sappige hap, belandt het partje watermeloen op de grond. Geen nood, de behulpzame dame snelt naar een stalletje aan de straat en even later zijn Yentl en Levia de trotse bezitters van ieder 1/8 watermeloen, bijna niet te tillen. Het rode sap loopt langs hun kinnetjes. Ze mogen gaan zitten op het terras van Kim's Spa en krijgen nog koele glaasjes water ook.
Iets waar ik vannacht over heb liggen nadenken, zie ik ook nu weer gebeuren. Levia is ondertussen doodsbang voor alle mensen die aan haar friemelen, in haar armpjes knijpen. Als ze maar naar haar kijken, gaat het alarm af. Behalve... bij de massagedames. Dat is me eerder opgevallen. Zij zijn de uitzonderingen op de regel, ze raken niemand aan die daar niet om vraagt. Zij beseffen wat aanraking met je doet. Met vriendelijk praten kom je bij Levia een heel stuk verder. En dus zit Levia even later met een massagedame op een bankje een boekje te lezen. Ze lachen, praten ieder in hun eigen taal, ze knuffelen elkaar zelfs terwijl Levia dikke pret heeft.
Merijn is de tandem en kar gaan ophalen en als de dames ingeladen zijn, komt ineens de juffrouw van de souvenirwinkel naar buiten hollen. Yentl en Levia krijgen allebei een grote olifant van haar cadeau. Ontroerd nemen we afscheid van iedereen. De massagedames en de juffrouw van de souvenirwinkel zwaaien ons nog lang na.
Hoewel we hier pas gistermiddag aangekomen zijn, worden we op tal van plekken waar we langs fietsen gedag gezegd alsof we de mensen -en zij ons- al jaren kennen. Er wordt gewezen, zo van: daar zijn ze weer!
De man van de souvenirjuffrouw waarschuwde ons al: regen over een uur. Maar ja, we moeten nu eenmaal terug naar Hat Nai Yang. Helaas komt de regen eerder, zelfs binnen 5 minuten al. En zo komt het dat we onder het genot van een tropische bui Phuket Town verlaten.
Het is niet erg. We zijn binnen een paar minuten zeiknat. De kinderen zitten droog in de kar en Levia slaapt al gauw. Langs de weg staren mensen ons verbijsterd aan. Iedereen is in regenpakken of poncho's gehesen. Alsof je zou smelten hier. Van de warmte in ieder geval nog steeds. Nu we met minder kilo's in de kar fietsen (we hebben een grote zak en wat was achtergelaten in Hat Nai Yang) en we geen hinder hebben van de felle zon, gaat het fietsen zeer vlot. We vliegen over het eiland!
Na een klein half uurtje fietsen we zomaar de regen uit. Echt, het ene moment is er nog regen, dan ineens niet meer. En als je omkijkt, zie je waar de regen begint. Een verkwikkende regenbui was het. We komen weer langs de grote Chinese tempel met uitzinnige draken voor de deur. Triomfantelijk staat de tempel daar op een bocht in de weg. Het blijft moeilijk fotograferen met over die electriciteitskabels als hinderlijke lijnen in beeld.
De volgende tempel die we zien, nodigt uit tot stoppen. We rijden het tempelcomplex op, onder een kleurige poort met gouden ornamenten door. Beelden van dieren zijn talrijk, maar boven alles uit prijkt boeda, deze keer weer liggend, bovenop het dak van een tempel. Monniken lopen af en aan met kruiwagens zand. Hier hebben de monniken een andere outfit, knaloranje deze keer en de 'sleep' om hun schouder zit vastgenaaid aan het middel van hun 'jurk'. Yentl ontwaakt en is onder de indruk. Levia slaapt gewoon door. Yentl vraagt waar hier de wc is, maar we hebben geen idee. Volgens Yentl niet zo lastig: als er geen wc is, ga je toch gewoon in de bosjes? We verlaten daarom het tempelcomplex maar weer, zodat Yentl langs de weg kan gaan plassen.
Het gaat sneller dan snel. We zijn alweer langs het restaurantje waar we gisteren stopten gekomen, Thalang komt gauw in zicht. Even na Thalang stoppen we, omdat mijn maag rammelt van de honger. Moeilijk om iets te vinden deze keer. De gaarkeukens laten we voor wat het is. Ergens zie ik een soepkeukentje dat ik wel aandurf, maar bij nadere inspectie zie ik dikke mieren tussen de groenten en geroosterde kip krioelen. Nee bedankt. Dan heb ik liever honger.
Terwijl we daar 2 minuten stilstaan, komt er een vrouw naar buiten, gehuld in een paarse, glanzend zijden kimono. Onmiddellijk steekt ze haar handen in de fietskar en doet een graai naar onze slapende Levia. Nu is het Merijn die het he-le-maal spuugzat is met het voelen aan onze kinderen. Hij pakt de vrouw bij haar armen en haalt haar uit de fietskar.
Al gauw moeten we van de grote weg af. De klimmetjes, de rubberboomplantages, de waterbuffels, daar staan we nog geruime tijd stil. De dieren hebben veel reigers om en op zich vandaag en laten zich prachtig portretteren. Hat Nai Yang is dan nog maar 5 minuten.
Voor de zoveelste keer is er sprake van miscommunicatie tussen ons en een local. Bij het ontbijt dreigt er weer van alles mis te gaan. Zolang je je keurig aan de kaart houdt, is het het gemakkelijkst, al vergissen ze zich regelmatig in de manier waarop de eieren bereid worden. Heb je kinderen bij je, die bijvoorbeeld een pakje melk willen, dan gaat er weleens iets mis. Helemaal als je vraagt of ze die ene rijstsoep (een slaschaal vol ongeveer) die je voor ze bestelt, in 2 kommen willen gieten. Het kan goed dat je dan 3 slaschalen rijstsoep krijgt, wat vandaag gelukkig niet gebeurt na interventie van de vrouwelijke hotelmanager.
De zoektocht naar oude gebouwen en currypasta wordt voortgezet, terwijl de volgepakte tandem en de fietskar geduldig op ons wachten in de hotellobby.
We gaan op zoek naar de markt. Gisteren moeten we daar voorbij gefietst zijn, maar nu kunnen we 'm nergens vinden. Het is de laatste plek waar curries te koop zouden zijn. De wijk met de oudere gebouwen vinden we wel. Wat we te zien krijgen is toch behoorlijk verouderd en daar is het niet fraaier op geworden. Onderhoud zou wel wat zijn in deze stad.
Na vele omzwervingen belanden we in een simpel eetlokaal, met de eenvoudigste maaltijd tot op heden. De keuze is rijst met kip of rijst met geroosterd varken. We nemen van allebei een bordje en eten tesamen met de zakenlieden uit de buurt die hier komen lunchen.
We moeten nog even terug naar de souvenirwinkel van gisteren, omdat we voor iemand een cadeautje willen meenemen. De souvenirwinkel is naast de massagesalon. Dat treft, de salon loopt uit. Eén van de dames rent naar binnen waar ze een deel van haar fruitlunch aan stokjes prikt en cadeau doet aan Yentl en Levia. Yentl een stuk watermeloen, Levia ananas. Na één sappige hap, belandt het partje watermeloen op de grond. Geen nood, de behulpzame dame snelt naar een stalletje aan de straat en even later zijn Yentl en Levia de trotse bezitters van ieder 1/8 watermeloen, bijna niet te tillen. Het rode sap loopt langs hun kinnetjes. Ze mogen gaan zitten op het terras van Kim's Spa en krijgen nog koele glaasjes water ook.
Iets waar ik vannacht over heb liggen nadenken, zie ik ook nu weer gebeuren. Levia is ondertussen doodsbang voor alle mensen die aan haar friemelen, in haar armpjes knijpen. Als ze maar naar haar kijken, gaat het alarm af. Behalve... bij de massagedames. Dat is me eerder opgevallen. Zij zijn de uitzonderingen op de regel, ze raken niemand aan die daar niet om vraagt. Zij beseffen wat aanraking met je doet. Met vriendelijk praten kom je bij Levia een heel stuk verder. En dus zit Levia even later met een massagedame op een bankje een boekje te lezen. Ze lachen, praten ieder in hun eigen taal, ze knuffelen elkaar zelfs terwijl Levia dikke pret heeft.
Merijn is de tandem en kar gaan ophalen en als de dames ingeladen zijn, komt ineens de juffrouw van de souvenirwinkel naar buiten hollen. Yentl en Levia krijgen allebei een grote olifant van haar cadeau. Ontroerd nemen we afscheid van iedereen. De massagedames en de juffrouw van de souvenirwinkel zwaaien ons nog lang na.
Hoewel we hier pas gistermiddag aangekomen zijn, worden we op tal van plekken waar we langs fietsen gedag gezegd alsof we de mensen -en zij ons- al jaren kennen. Er wordt gewezen, zo van: daar zijn ze weer!
De man van de souvenirjuffrouw waarschuwde ons al: regen over een uur. Maar ja, we moeten nu eenmaal terug naar Hat Nai Yang. Helaas komt de regen eerder, zelfs binnen 5 minuten al. En zo komt het dat we onder het genot van een tropische bui Phuket Town verlaten.
Het is niet erg. We zijn binnen een paar minuten zeiknat. De kinderen zitten droog in de kar en Levia slaapt al gauw. Langs de weg staren mensen ons verbijsterd aan. Iedereen is in regenpakken of poncho's gehesen. Alsof je zou smelten hier. Van de warmte in ieder geval nog steeds. Nu we met minder kilo's in de kar fietsen (we hebben een grote zak en wat was achtergelaten in Hat Nai Yang) en we geen hinder hebben van de felle zon, gaat het fietsen zeer vlot. We vliegen over het eiland!
Na een klein half uurtje fietsen we zomaar de regen uit. Echt, het ene moment is er nog regen, dan ineens niet meer. En als je omkijkt, zie je waar de regen begint. Een verkwikkende regenbui was het. We komen weer langs de grote Chinese tempel met uitzinnige draken voor de deur. Triomfantelijk staat de tempel daar op een bocht in de weg. Het blijft moeilijk fotograferen met over die electriciteitskabels als hinderlijke lijnen in beeld.
De volgende tempel die we zien, nodigt uit tot stoppen. We rijden het tempelcomplex op, onder een kleurige poort met gouden ornamenten door. Beelden van dieren zijn talrijk, maar boven alles uit prijkt boeda, deze keer weer liggend, bovenop het dak van een tempel. Monniken lopen af en aan met kruiwagens zand. Hier hebben de monniken een andere outfit, knaloranje deze keer en de 'sleep' om hun schouder zit vastgenaaid aan het middel van hun 'jurk'. Yentl ontwaakt en is onder de indruk. Levia slaapt gewoon door. Yentl vraagt waar hier de wc is, maar we hebben geen idee. Volgens Yentl niet zo lastig: als er geen wc is, ga je toch gewoon in de bosjes? We verlaten daarom het tempelcomplex maar weer, zodat Yentl langs de weg kan gaan plassen.
Het gaat sneller dan snel. We zijn alweer langs het restaurantje waar we gisteren stopten gekomen, Thalang komt gauw in zicht. Even na Thalang stoppen we, omdat mijn maag rammelt van de honger. Moeilijk om iets te vinden deze keer. De gaarkeukens laten we voor wat het is. Ergens zie ik een soepkeukentje dat ik wel aandurf, maar bij nadere inspectie zie ik dikke mieren tussen de groenten en geroosterde kip krioelen. Nee bedankt. Dan heb ik liever honger.
Terwijl we daar 2 minuten stilstaan, komt er een vrouw naar buiten, gehuld in een paarse, glanzend zijden kimono. Onmiddellijk steekt ze haar handen in de fietskar en doet een graai naar onze slapende Levia. Nu is het Merijn die het he-le-maal spuugzat is met het voelen aan onze kinderen. Hij pakt de vrouw bij haar armen en haalt haar uit de fietskar.
Al gauw moeten we van de grote weg af. De klimmetjes, de rubberboomplantages, de waterbuffels, daar staan we nog geruime tijd stil. De dieren hebben veel reigers om en op zich vandaag en laten zich prachtig portretteren. Hat Nai Yang is dan nog maar 5 minuten.
Thaise Massage in Phuket Town
27 februari 2008
Onze hotelkamer is beslist 'cosy'. Bloemetjesbehang en een tafeltje met een geruit kleedje. Twee eenpersoonsbedden, keurig opgedekt met witte lakens en op de vloer roodbruine plavuizen. Volgens Yentl (verwend nest!) is het enige minpuntje het gebrek aan een bad.
Phuket is dor voor een stad. Er zijn straten en straten en straten. Maar geen knusse pleintjes, weinig steegjes en geen middelpunt dat iedereen aantrekt. We zijn hierheen gekomen omdat Phuket Town, als een van de weinige plekken in Zuid-Thailand, wat antieke gebouwen zou hebben. Het is zoeken naar een speld in een hooiberg. Uitgebreid winkelen is een andere reden om nog het eiland over te fietsen en natuurlijk dat fietsen op zich. Wie kan er na honderden kilometers nou rustig enkele dagen op een strand blijven zitten? Ik niet in ieder geval.
De straten zijn voorzien van vele souvenirwinkels en restaurants. Niets nieuws onder de zon dus. Of toch? Phuket Town heeft heuse winkelcentra. Koud! Niet te filmen wat de airconditioning daar veroorzaakt. Het is een wonder dat je geen poolpak aangeboden wordt bij het betreden van 'Ocean Mall'. Zulke temperatuurschokken moesten verboden worden.
Mijn zoektocht naar Thaise currypasta loopt op niets uit. De winkel waar het te krijgen zou zijn, Robinson, blijkt een grote Westerse supermarkt te zijn. Het is wel even een cultuurschok. Na wekenlang te hebben gegrasduind in kleine zaakjes langs de weg voor een fles water, bananencakejes en andere kleinigheden, komt deze supermarkt op de proppen met een groente-en fruitafdeling, 20 soorten oploskoffie en 3 gangen shampoo. De vermaarde potten 'whitening sunscreen' zijn ook aanwezig, evenals de vele middelen tegen acné. Vreemd, hebben Aziaten van dat laatste zo'n last? De whitening-hype is natuurlijk het omgekeerde van de Europese bruinmakende bodylotions. Vaak zie je kinderen met dikke vegen zonnebrandspul op. In het begin dacht ik dat de moeders het niet goed uitsmeerden (wat deels waar is), maar meestal gaat het om robuuste lagen whitening cream.
GGGGGGGenieten
In de buurt rondom het Rome Place Hotel hebben we vlak na aankomst een winkeltje bezocht om wat cadeautjes te kopen voor thuis. Ernaast is een massagesalon: Kim's Spa. Massagedames en -winkels zie je overal in Thailand, vooral op de stranden, maar ook in de resorts en in een stad als deze zijn diverse salons. Ik besluit dat ik maar eens een voetmassage ga proberen. Mijn Mensendiecktherapeute raadde het zelfs aan. Ik zou toch eigenwijs zijn als ik zo'n advies in de wind sloeg? Eerder op de middag trachtten de dames van de salon ons al binnen te lokken. Toen ik lachend op de kinderen wees als excuus, werd dat snel van de hand gedaan. De babies konden volgens de dames best binnen even een dutje doen op een relaxstoel. Yentl wil wel mee en, zo zegt ze, ze wil wel nagellak. Aha.
We stappen opgetogen en een tikje nerveus binnen bij Kim's Spa. Het is een prachtige zaak. Voor de deur staat een tafeltje met mooie beeldjes, wat wierookstokjes en een geweldig bloemstuk. Als je de glazen deuren passeert, betreed je rustieke Oosterse sferen. Een donkere, houten vloer, waarop de spots van boven gele lichtpaden door de winkel creeëren, her en der kleine beeldjes, waterbolletjes, een kom vissen en de vloer is afgewerkt met een lijst van witte, ronde kiezels. We moeten plaatsnemen op een teakhouten bankje waar we koele glaasjes water aangereikt krijgen en de menukaart.
Yentl vindt het he-le-maal fantastisch. We zitten nog maar net of ze verzucht: 'Ooooooh wat is het hier fijn. Zo heerlijk, zo mooi en zoooooo rustig'. Ze klaart er helemaal van op. We bekijken de menukaart. Daar staan de mogelijke behandelingen en combinaties, maar omdat in Thailand altijd alles mogelijk is, vraag ik slechts een halfuurtje voetmassage en gelakte teennagels voor Yentl.
We worden meegenomen naar een ander bankje, met waskommen en verfijnde kraantjes op de vloer. Daar worden onze voeten gewassen. Omdat Yentl te klein is, moet ze op de grond zitten met haar voetjes in de bak. Na het wassen volgt schrobben met een nagelborsteltje en een eeltschaaf. Er worden ons twee bamboe fauteuils gewezen met zachte witte kussens, naast elkaar. Over onze benen worden handdoekjes gelegd die Robijnzacht gewassen zijn.
Yentl straalt. Zo'n piepklein meisje in zo'n grote stoel. Terwijl mijn voeten eerst verzorgd worden en daarna gemasseerd, krijgt Yentl van alle massagedames (een stuk of 15) bergen aandacht. De een komt haar nageltjes knippen, de volgende komt ze vijlen, weer een ander doet haar handjes, een vierde bekijkt of de voorgaande dames het netjes hebben gevijld, de vijfde brengt een banaan, de zesde een tissue waar ze de pitten van de banaan op kan leggen, de volgende komt een kopje thee brengen en de rest van de dames komt ook telkens langs om te praten met Yentl of om zachtjes haar voetjes ook te masseren. 'Relax, baby!' zegt er eentje, maar dat is overbodig, want Yentl verkeert in hogere sferen. De enorme lach op haar gezicht, de twinkelende ogen... Prompt kan ik mijn ogen niet meer van haar afhouden. Ze is zo mooi als ze zo goed in haar vel steekt.
Roze nagellak met glitters wordt aangebracht op Yentl haar teennagels. Ze heeft het zelf mogen uitzoeken en is de koning te rijk met dit beauty-hoogtepunt. Na de voetmassage vraagt de juffrouw of ik ook nagellak wil. Yentl wijst meteen een flesje aan dat ik moet nemen. Eh? Vooruit dan maar. Even later heb ik ook roze met glitters op mijn tenen. Yentl krijgt het ook op haar vingers. Helemaal verlicht dansen we even later terug door de zachte schemering. Ik zal nog dagen kunnen teren op dit uitje met Yentl.
's Avonds eten we weer bij hetzelfde zaakje als 's middags. Wegens groot succes bestel ik nogmaals de groene curry. Levia is niet te genieten en geeft aan te willen slapen. Het eten is typisch op z'n Thais aangeleverd: het komt wanneer het klaar is. Dat betekent dat tussen jouw gerecht en dat wat je partner bestelt, weleens een half uurtje of meer kan zitten. Geen nood, wachten en rondkijken is vaak net zo aangenaam. Het komt er nu op neer dat Merijn net de eerste hap van zijn sweet & sour vegetables (een Chinees gerecht) binnenheeft, terwijl Levia in dreigt te storten. Geen land meer mee te bezeilen. Krijsen en huilen, geen zinnig woord komt er meer uit.
Ik besluit terug te gaan met Levia naar het hotel. Daar blijkt dat Levia misschien wat overvoerd is de laatste dagen. Ze leeft enorm op van een portie 1-op-1-aandacht. Ze ligt op bed, kletst en schatert, terwijl ik met een babyoliedoekje het vuil van 5,5wk Thailand van haar af probeer te schrobben. Ze vindt het heerlijk. Voor een volgende reis is dit wel een aandachtspunt: af en toe opsplitsen zodat de kinderen ieder met een van ons even samen wat doen of gewoon samen zijn.
Onze hotelkamer is beslist 'cosy'. Bloemetjesbehang en een tafeltje met een geruit kleedje. Twee eenpersoonsbedden, keurig opgedekt met witte lakens en op de vloer roodbruine plavuizen. Volgens Yentl (verwend nest!) is het enige minpuntje het gebrek aan een bad.
Phuket is dor voor een stad. Er zijn straten en straten en straten. Maar geen knusse pleintjes, weinig steegjes en geen middelpunt dat iedereen aantrekt. We zijn hierheen gekomen omdat Phuket Town, als een van de weinige plekken in Zuid-Thailand, wat antieke gebouwen zou hebben. Het is zoeken naar een speld in een hooiberg. Uitgebreid winkelen is een andere reden om nog het eiland over te fietsen en natuurlijk dat fietsen op zich. Wie kan er na honderden kilometers nou rustig enkele dagen op een strand blijven zitten? Ik niet in ieder geval.
De straten zijn voorzien van vele souvenirwinkels en restaurants. Niets nieuws onder de zon dus. Of toch? Phuket Town heeft heuse winkelcentra. Koud! Niet te filmen wat de airconditioning daar veroorzaakt. Het is een wonder dat je geen poolpak aangeboden wordt bij het betreden van 'Ocean Mall'. Zulke temperatuurschokken moesten verboden worden.
Mijn zoektocht naar Thaise currypasta loopt op niets uit. De winkel waar het te krijgen zou zijn, Robinson, blijkt een grote Westerse supermarkt te zijn. Het is wel even een cultuurschok. Na wekenlang te hebben gegrasduind in kleine zaakjes langs de weg voor een fles water, bananencakejes en andere kleinigheden, komt deze supermarkt op de proppen met een groente-en fruitafdeling, 20 soorten oploskoffie en 3 gangen shampoo. De vermaarde potten 'whitening sunscreen' zijn ook aanwezig, evenals de vele middelen tegen acné. Vreemd, hebben Aziaten van dat laatste zo'n last? De whitening-hype is natuurlijk het omgekeerde van de Europese bruinmakende bodylotions. Vaak zie je kinderen met dikke vegen zonnebrandspul op. In het begin dacht ik dat de moeders het niet goed uitsmeerden (wat deels waar is), maar meestal gaat het om robuuste lagen whitening cream.
GGGGGGGenieten
In de buurt rondom het Rome Place Hotel hebben we vlak na aankomst een winkeltje bezocht om wat cadeautjes te kopen voor thuis. Ernaast is een massagesalon: Kim's Spa. Massagedames en -winkels zie je overal in Thailand, vooral op de stranden, maar ook in de resorts en in een stad als deze zijn diverse salons. Ik besluit dat ik maar eens een voetmassage ga proberen. Mijn Mensendiecktherapeute raadde het zelfs aan. Ik zou toch eigenwijs zijn als ik zo'n advies in de wind sloeg? Eerder op de middag trachtten de dames van de salon ons al binnen te lokken. Toen ik lachend op de kinderen wees als excuus, werd dat snel van de hand gedaan. De babies konden volgens de dames best binnen even een dutje doen op een relaxstoel. Yentl wil wel mee en, zo zegt ze, ze wil wel nagellak. Aha.
We stappen opgetogen en een tikje nerveus binnen bij Kim's Spa. Het is een prachtige zaak. Voor de deur staat een tafeltje met mooie beeldjes, wat wierookstokjes en een geweldig bloemstuk. Als je de glazen deuren passeert, betreed je rustieke Oosterse sferen. Een donkere, houten vloer, waarop de spots van boven gele lichtpaden door de winkel creeëren, her en der kleine beeldjes, waterbolletjes, een kom vissen en de vloer is afgewerkt met een lijst van witte, ronde kiezels. We moeten plaatsnemen op een teakhouten bankje waar we koele glaasjes water aangereikt krijgen en de menukaart.
Yentl vindt het he-le-maal fantastisch. We zitten nog maar net of ze verzucht: 'Ooooooh wat is het hier fijn. Zo heerlijk, zo mooi en zoooooo rustig'. Ze klaart er helemaal van op. We bekijken de menukaart. Daar staan de mogelijke behandelingen en combinaties, maar omdat in Thailand altijd alles mogelijk is, vraag ik slechts een halfuurtje voetmassage en gelakte teennagels voor Yentl.
We worden meegenomen naar een ander bankje, met waskommen en verfijnde kraantjes op de vloer. Daar worden onze voeten gewassen. Omdat Yentl te klein is, moet ze op de grond zitten met haar voetjes in de bak. Na het wassen volgt schrobben met een nagelborsteltje en een eeltschaaf. Er worden ons twee bamboe fauteuils gewezen met zachte witte kussens, naast elkaar. Over onze benen worden handdoekjes gelegd die Robijnzacht gewassen zijn.
Yentl straalt. Zo'n piepklein meisje in zo'n grote stoel. Terwijl mijn voeten eerst verzorgd worden en daarna gemasseerd, krijgt Yentl van alle massagedames (een stuk of 15) bergen aandacht. De een komt haar nageltjes knippen, de volgende komt ze vijlen, weer een ander doet haar handjes, een vierde bekijkt of de voorgaande dames het netjes hebben gevijld, de vijfde brengt een banaan, de zesde een tissue waar ze de pitten van de banaan op kan leggen, de volgende komt een kopje thee brengen en de rest van de dames komt ook telkens langs om te praten met Yentl of om zachtjes haar voetjes ook te masseren. 'Relax, baby!' zegt er eentje, maar dat is overbodig, want Yentl verkeert in hogere sferen. De enorme lach op haar gezicht, de twinkelende ogen... Prompt kan ik mijn ogen niet meer van haar afhouden. Ze is zo mooi als ze zo goed in haar vel steekt.
Roze nagellak met glitters wordt aangebracht op Yentl haar teennagels. Ze heeft het zelf mogen uitzoeken en is de koning te rijk met dit beauty-hoogtepunt. Na de voetmassage vraagt de juffrouw of ik ook nagellak wil. Yentl wijst meteen een flesje aan dat ik moet nemen. Eh? Vooruit dan maar. Even later heb ik ook roze met glitters op mijn tenen. Yentl krijgt het ook op haar vingers. Helemaal verlicht dansen we even later terug door de zachte schemering. Ik zal nog dagen kunnen teren op dit uitje met Yentl.
's Avonds eten we weer bij hetzelfde zaakje als 's middags. Wegens groot succes bestel ik nogmaals de groene curry. Levia is niet te genieten en geeft aan te willen slapen. Het eten is typisch op z'n Thais aangeleverd: het komt wanneer het klaar is. Dat betekent dat tussen jouw gerecht en dat wat je partner bestelt, weleens een half uurtje of meer kan zitten. Geen nood, wachten en rondkijken is vaak net zo aangenaam. Het komt er nu op neer dat Merijn net de eerste hap van zijn sweet & sour vegetables (een Chinees gerecht) binnenheeft, terwijl Levia in dreigt te storten. Geen land meer mee te bezeilen. Krijsen en huilen, geen zinnig woord komt er meer uit.
Ik besluit terug te gaan met Levia naar het hotel. Daar blijkt dat Levia misschien wat overvoerd is de laatste dagen. Ze leeft enorm op van een portie 1-op-1-aandacht. Ze ligt op bed, kletst en schatert, terwijl ik met een babyoliedoekje het vuil van 5,5wk Thailand van haar af probeer te schrobben. Ze vindt het heerlijk. Voor een volgende reis is dit wel een aandachtspunt: af en toe opsplitsen zodat de kinderen ieder met een van ons even samen wat doen of gewoon samen zijn.
vrijdag 29 februari 2008
Oplossing raadsel
Het grijze apparaatje is een Dazzer. Het is speciaal uitgevonden voor fietsers om zich honden van het lijf te houden. Regelmatig wordt je als fietser achtervolgd door keffend volk dat tevergeefse pogingen doet een hap van je kuiten te nemen. De dazzer maakt een hoog, piepend geluid. Met het menselijk oor alleen van zeer dichtbij hoorbaar. Honden horen het echter op meters afstand. Voor Thailand waren we gewaarschuwd: 5 honden per vierkante meter en het was waar. De dazzer was niet voor niets mee... Blaffers met ontblote tanden die met grote sprongen achter ons aanspurtten, dropen onmiddellijk af na 1 druk op de dazzer.
Abonneren op:
Posts (Atom)