Het kan dus toch... Relaxed fietsen in Thailand behoort tot de mogelijkheden als je het -zoals wij vandaag- voor elkaar krijgt supersnel in te pakken, dus vroeg te vertrekken en niet te heuvelachtige routes uit te zoeken. Het is echt heerlijk op de fiets! Roze betonnen huisjes, bamboehutten en villa's met knalblauwe golfplaatdaken wisselen elkaar af. Her en der in het landschap rijzen de bergen als reuzen omhoog.
Onderweg bezoeken we de 'Giant Catfish Farm'. Dit complex is opgezet door een Amerikaanse dame en haar Thaise echtgenoot. Ze hebben enkele vijvers vol meervallen (catfish dus), wat krokodillen en dat alles in een prachtig aangelegd park. Bij de ingang krijgen we een zakje vissenvoer. De kinderen vinden het super om de vissen te mogen voeren. Yentl constateert dat de arme beesten wel heel erg hongerig zijn. Het is ook geen gezicht hoe ze zich aan de oppervlakte met opengesperde bekken verdringen. Echt een heel leuke onderbreking van onze tocht.
Telefoon!
We fietsen verder en genieten intens. Totdat Merijn bedenkt dat hij zijn telefoon in de lader heeft laten hangen bij Tip Anda. Terwijl we stilstaan schieten een paar dorpelingen te hulp. Als we vertellen wat er is, komt er meteen iemand met een brommertje om mij terug te brengen. Nou ben ik vast een schijtluis, maar achterop een brommertje, in een vreemd land waar iedereen kris kras door elkaar rijdt zonder helm op vind ik eng. En ook Merijn is niet van plan mijn leven in handen van deze vriendelijke motormuis te leggen, die schaars gekleed gaat. Slechts een rokje hangt om zijn dijen. (Daar zou ik me dan zeker aan vast kunnen houden, nee bedankt.) We besluiten dat ik terugga met een song-thaew en hij verder fietst met de kinderen.
Al snel ben ik terug bij Tip Anda en daar ligt de telefoon inderdaad nog. Voor ik een taxi of tuk-tuk eet ik nog even wat in Ao Nang. Best lekker, eventjes alleen. Ik vind een tuk-tuk met wie ik een schappelijke prijs weet te onderhandelen en even later zoef ik richting Ao Tha Len.
Grote verbazing als we bij het volgende dorp zijn. Op de hoek bij de moskee staat een man met een tandem en een fietskar. Nee he, ik genoot juist zo van mijn zorgeloze ritje in de tuk-tuk. Ik stap uit en stap weer achterop de tandem. Aangezien de kinderen al ruim de halve dag in de kar zitten, bedenken we dat het eigenlijk leuker is als ik ze alsnog met de tuk-tuk meeneem en Merijn het stuk gaat fietsen.
Hello You! You want tuk-tuk?
Nadat ook Merijn en de kinderen wat gegeten hebben in Ao Nang, waarnaar we weer teruggefietst zijn, scheiden onze wegen tijdelijk. Yentl, Levia en ik gaan op zoek naar een tuk-tuk. Dat is op zich niet moeilijk, want van alle kanten horen we: 'Hello You! You want tuk-tuk?' maar er eentje vinden die je voor iets minder dan touristische prijzen 25km ver brengt is nog een ander verhaal. Gelukkig smelt er al snel een chauffeur voor de mooie ogen van Yentl. En daar gaan we. Levia knoop ik met de draagdoek vast aan het bankje, Yentl belooft zich goed vast te houden.
Tuk-tuk-tuk
Tja, het is natuurlijk allemaal wel een beetje enerverend. In het begin zeg ik nog telkens tegen Yentl dat ze zich goed vast moet houden. In Nederland zou je er niet over peinzen je kind zonder zitje in een gemotoriseerd voertuig te vervoeren. Hier gebeurt niet anders. En ach, het geluk is vast met ons. Dat is het ook, alleen valt Yentl in slaap. Levia babbelt aan een stuk door, terwijl ik Yentl met 1 arm overeind houd. Relaxed is anders, maar wat een schitterende route gaan we weer! Dwars door bergen, mooie dorpjes en uiteindelijk over een kapotte weg met veel gravel. De chauffeur is onderweg gestopt bij een kapsalon, waar hij een jongetje uit zijn spel haalde. Zijn zoon, zo blijkt. Die ziet er niet uit alsof hij het leuk vindt, maar vader rijdt ons trots met zoonlief op schoot naar Ao Tha Len. Waar we heen moeten? Naar de 'sea kayak', zeg ik, want dat moet in ieder geval aan zee zijn en verder lijkt het dorp nergens op. Het is niet meer dan een kleine verzameling huizen.
Bij de pier en de sea kayak, moet Yentl wakker worden. De chauffeur en zijn zoon nemen hartelijk afscheid van ons, na zich ervan vergewist te hebben dat ze ons niet verder kunnen helpen met een guest house vinden of een kayaktocht boeken. Allemaal reuze aardig. Een uur later komt Merijn opdagen. Hij heeft ons bij de 'Bananas Bungalows' die we eerst op het oog hadden niet gezien en is verstandig doorgereden naar de pier. Een dame daar heeft me al verteld dat de beste plek 'Coconut Home' is. En dat blijkt wel.
Cocosnoten
Over een onverhard weggetje naderen we 'Coconut Home', zoals de naam doet vermoeden onder de kokospalmen. Een jongen showt ons een bungalowtje dat zeer romantisch is ingericht en met een hangmat op het balkon. Vanuit die hangmat kun je het strand zien, de zee, de eilanden en een fenomenale zonsondergang. Ook hier worden we bijna verlegen van de enorme vriendelijkheid. Nog als we tussen de onuitgepakte fietstassen zitten, verschijnt de jongen weer. Ditmaal met een blad waarop glazen staan en een koele fles water. We drinken wat, douchen en gaan gauw naar het strand. Het is eb, dus we moeten honderden meters lopen om de zee te bereiken. Te ver, want de zon gaat al bijna onder. En dat is een adembenemend gezicht hier. Nog even bubbelt en sputtert het slik na; er is weer enorm veel leven op de nu bijna drooggevallen zeebodem.
De eettafel in het restaurantje van Coconut Home.
zondag 10 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten