Alita
De tweede nacht in Hat Nai Yang brengen we door in een bungalow. Niet aan het strand, wel stukken goedkoper en mugvrij. De eigenaresse heeft een dochtertje dat ietsje jonger is dan Levia, maar wel 5 kilo zwaarder en een halve kop groter. Ze heet Alita. Al gauw rennen de kinderen met z'n drietjes over het erf en spelen ze verstoppertje.
Als we -bij hoge uitzondering- een mangoshake bestellen, moet moeder Chang eerst naar de winkel voor ijs. Alita lijkt eerst bij Yentl en Levia te willen blijven, maar springt dan toch nog behendig voor op het brommertje. Wees niet verontrust daar in Nederland... de ijsblokjes hier in Thailand komen uit een fabriek, waar ook de flessen drinkwater vandaan komen. Dagelijks worden vanuit distributiecentra grote vaten en flessen drinkwater aangeleverd bij winkels en restaurants, evenals grote zakken ijsblokjes. Deze ijsblokjes zijn te herkennen aan het ringvormige model. Zijn ze plat, dan is het vriesijs, om vis en groente in vers te houden, waarschijnlijk niet om zo op te eten. Omdat we er eigenlijk nog steeds een beetje aan twijfelden, hebben we op een enkele keer na, altijd drinken zonder ijs besteld, al is het eten van kip waarschijnlijk vaak linker dan dit.
27 februari 2008
Vandaag fietsen we van Nai Yang naar Phuket Town. Vanaf hier zo'n 30km. Het eerste stuk van de route hebben we al eens afgelegd, toen we in het begin van onze reis naar de Ton Sai Waterfall gingen. Zodoende weten we dat ons bergen te wachten staan. Die fietsen we tot onze verbazing nu zo op. De waterbuffels staan, ondanks 2 avonden regen, nu slechts in een zompig weiland. Vijf weken geleden hadden ze nog een heerlijk bad. Kan je nagaan hoe droog het al die tijd is geweest.
Vlak na Thalang belanden we ineens in de drukte. Is dit de file voor Phuket Town? Enkele kilometers later blijkt het een kijkfile te zijn geweest. Langs de weg krijgt iemand een bon van de politie... Na de afslag naar de bekende stranden van Kathu en Patong, is de weg weer rustiger.
In Phuket is het niet gemakkelijk een hotel te vinden. Veel hotels zijn vol of te weinig of te kleine bedden voor ons vieren. De PS Inn ziet er van buiten uit als een jeugdherberg die tegenwoordig gebruikt wordt als gevangenis. Binnen volg ik een hotelbode door schier eindeloze grauwe gangen. Het is zo'n plek waar je niet verbaasd bent als er zomaar een lijk uit de kast valt. De kamers vallen mee. Helaas hebben ze alleen kamers met 2 1-persoonsbedden, dus wederom te klein. Uiteindelijk vinden we een kamer in het Rome Place Hotel.
woensdag 27 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten