21 februari 2008
Soms heeft Lonely Planet wel gelijk: Sin Ocha is inderdaad een prima plek voor ontbijt, lunch, diner of iets tussendoor. We zitten er nu alweer voor de 4e keer. Trang staat bekend om de koffie. Verse bonenkoffie welteverstaan. Meestal krijg je namelijk oploskoffie.
Terwijl Merijn de laatste spullen inpakt, duik ik met de kinderen even het internetcafe in om iets op te zoeken. Yentl vindt het geweldig om in haar e-mail de tekening van Anne te zien en een stukje te mogen schrijven.
Even later begeven we ons door het drukke verkeer van Trang richting het busstation. Het is volgens de kaart niet ver, maar volgens de juffrouw van ons hotel wel, wat weer eens aangeeft hoe weinig idee ze hebben van hoe snel je je verplaatst op een fiets. De ene keer denken ze dat je in een paar uur het halve land doorkruist, dan weer geven ze aan dat een stukje van een kilometer je 3 kwartier zal kosten. In Thailand wordt weinig gefietst, dat is duidelijk. Langs kleine restaurantjes, bizarre winkeltjes, langs de markt en langs roetzwarte gebouwen vinden we onze weg naar het busstation. De bus van 10u30 zit vol. Het bagagecompartiment tenminste. Zodoende hebben we de tijd om te vragen wat tickets kosten bij een heuse ticketbalie. Wat het kaartje voor de fiets kost is zoals altijd onduidelijk. Het is gewoon wat de gek ervoor geeft. En helemaal gek ben ik niet. Het wordt een mooi staaltje onderhandelen met de buschauffeur die eerst hoog inzet. Een Thaise jongeman helpt ons een handje, want hij spreekt redelijk goed Engels. We komen uit op 50 baht meer dan ik in gedachten had. Prima dus. Afdingen en onderhandelen is best een aardige sport. De tandem gaat deze keer niet in het bagageruim maar gewoon bovenin de bus tussen de stoelen. We nemen dit stuk de bus omdat er tussen Trang en Ao Luk voornamelijk grote wegen zijn. Vanaf Krabi zouden we kunnen fietsen, maar daarvan hebben we 1 traject al gereden, dus laten we ons naar Ao Luek vervoeren.
Voor we vertrokken uit Nederland waren er wat mensen die meenden dat we voor de kinderen net zo goed op vakantie konden gaan naar de Canarische Eilanden of zelfs gewoon naar de camping in Sneek. Ik deel die gedachte niet. Natuurlijk, zolang je ergens 1 of meerdere weken doorbrengt op een camping of aan een strand, kan iedere vakantie overal min of meer hetzelfde zijn. Het verschil zit 'm in dat we echt op reis zijn en ook nog eens in een heel andere cultuur. Voor de kinderen leek ons het reizen best een belevenis. En zo te merken pikken ze er ook best wat van op. Yentl houdt nauwgezet bij waar we zijn en zelfs Levia doet een poging. Zoals een enkele keer 's ochtends bij het wakker worden: 'Waar ben ik? Zijn we nog in Khao Sok of zijn we op Phuket?' Het verschil in eetcultuur is natuurlijk ook iets dat ze meekrijgen, hoe je in de tropen met eten omgaat, hoe je met de warmte omgaat, dat de zon hier vrij vroeg en vrij accuut onder gaat. Als we op een nieuwe plek aankomen bekijken ze waar de tent moet staan, ze inventariseren een hotelkamer, besluiten wie waar moet slapen, checken of het hotelletje een restaurant heeft en onderzoeken andere nuttige zaken. Komen we ergens met de bus aan, dan weten ze al precies dat ze bij of op de neergesmeten bagage moeten gaan zitten en in het ultieme geval beginnen ze zelfs te helpen met dingen monteren of spullen op de fiets pakken. Maar vooral brengt het reizen ze terug naar heel basale dingen. Wanneer ze honger hebben, melden ze dat en dragen ze vaak zelf bij aan het vinden van een oplossing. Wanneer ze slaap hebben, zoeken ze een plek of manier om uit te rusten of te slapen. Thuis gaan ze op zo'n moment vaak gewoon door, Yentl in ieder geval. En zo gebeurt het dus dat Yentl kort na vertrek uit Trang doodleuk zegt dat ze even gaat slapen in de bus. Ze rolt zich op naast haar zus op het bankje en 2 minuten later is ze vertrokken.
We verwachten dat de bus wel ergens onderweg een langere stop houdt, zodat buspersoneel en reizigers wat kunnen eten of iets te drinken kunnen kopen. Alle busstations zijn uitgerust met eettentjes. In Krabi stopt de bus inderdaad even, maar er wordt ons niets gemeld over hoe lang. Nog voor de bus echt stilstaat, komt een heel aantal verkopers op de bus afrennen. Ze springen met hun manden fruit, emmers met gekoelde blikjes, schalen kip, kleefrijst en andere etenswaren aan boord en bieden het je aan. Ik check buiten even of de chauffeur aan een goed gevuld etensbord zit, maar hij stuurt me meteen de bus weer in. We vertrekken binnen enkele minuten weer.
Het eerste stuk vanaf Krabi is het alsof een grote frees een gleuf in het dichte tropisch regenwoud heeft gefreesd. Vervolgens is er een plak asfalt overheen gelegd en dat is dan de grote weg. Bomen en planten staan dicht tegen elkaar aangeplakt langs de weg. Na een tijdje wordt het oerwoud minder dicht en er komen zelfs wat weilandjes tussendoor. En natuurlijk de rubberboomplantages die je overal ziet, met her en der een grazende koe erin.
Door de zeer korte stop in Krabi zijn we vergeten Levia naar de wc te laten gaan. En jahoor, na amper een kwartier zegt ze al dat ze moet plassen. Ze doet verwoede pogingen het keurig op te houden, maar even later meldt Merijn -die haar op schoot heeft- dat het niet helemaal goed gaat. De bus blijft droog maar vader en dochter zijn nat, tot grote ontsteltenis van de laatste.
Dorp van de palmolie
Voor de nietsvermoedende inwoners van Ao Luek moet het wel een vreemde gewaarwording zijn om achtereenvolgens een tandem, een grote verzameling tassen, een zilverkleurig pakket (onze ingepakte fietskar) en een Hollandse familie uit de bus te zien rollen. We hebben weer zeer veel bekijks. Levia is het de laatste dagen helemaal spuugzat met de mensen die zomaar aan haar zitten. Zodra ze al in de buurt komen, betrekt haar gezicht. Een pruillip en boze, donkere ogen zien de mensen die haar naderen. We proberen haar te leren dat ze 'No!' moet zeggen als mensen ongevraagd aan haar zitten, maar dat is wat te ingewikkeld. Op het busstation van Trang was er vanmorgen ook weer iemand die haar zomaar op schoot trok. Haar gegil was echter zo oorverdovend dat het heerschap haar snel weer liet gaan.
Als we het dorp zelf naderen zien we 12 enorme vrachtwagens staan met grote vruchten erop. Doerians? Als we langs de wagens fietsen zien we wat het zijn: palmdadels. En even later weten we waarom: A0 Luek heeft maar liefst 2 bedrijven waar palmolie geperst wordt.
Ao Luek is op de palmolie na een dorp van niks. De grote attractie hier is het Than Bok Khorani National Park. Daar willen we heen. Om rond te kijken en te kamperen. Er is een Nature Trail van bijna 2km die we lopen. Het park heeft veel watervalletjes en heerlijke poelen die aanlokkelijk zijn om in te zwemmen. Dat is echter verboden, maar het weerhoudt de Thaise bezoekers er niet van er een duik te nemen en uitgebreid hun haar te wassen in het natuurschoon. De kampeerplek in het park is een zeer kale, toiletten zijn mijlenver weg, dus gaan we op zoek naar een andere slaapplek in Ao Luek. We vinden na het bezichtigen van een erg vieze bungalow gelukkig een schone, met een bed ruim genoeg voor de hele familie.
vrijdag 22 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten