zaterdag 23 februari 2008
We hebben een boottochtje geboekt. Met de longtailboot gaan we een halve dag varen door de baai van Phang Nga. Het is verreweg de meest spectaculaire baai die ik ooit gezien heb. Meer dan 40 eilanden, eigenlijk vaak niet meer dan gigantische rotsen rijzen uit zee, loodrecht de hemel in gaan ze. De eilanden zijn veelal omzoomd door prachtig groene mangrove. Kleine zandstrandjes vind je her en der.
Op een van deze eilanden is 'The Man With The Golden Gun' opgenomen. Daarom heet Ko Phing Kan sedertdien James Bond Island. We boffen weer eens: we delen onze boot met slechts 1 ander stel. Zij is Engels, hij is Frans en spreekt geen woord over de grens. Samen verkopen ze groente in een stalletje op een van de drukke straten in Bordeaux, 7 dagen per week, 46 weken per jaar. De overige 6 weken brengen ze door in Thailand, waar ook haar broer woont. Aangenaam gezelschap voor deze ochtend. Er varen ook veel grotere boten, met veel meer mensen, een grotere moter en dus meer lawaai.
Door de mangrove varen we langs grotten en kleine eilandjes. Levia is in de Song-Thaew op weg naar Tha Dan Port al in slaap gevallen en zet haar tukje voort liggend op de bodem van de longtail. Na wat kleine omzwervingen vlak voor de kust passeren we Ko Panyee, een moslim-vissersdorp op palen. De bootsman zet echter eerst koers richting het beroemde decor uit de film (die ik thuis misschien toch eens moet gaan zien).
Bij aankomst blijkt die beroemde rots helemaal niet zo groot te zijn als plaatjes -en waarschijnlijk ook de film- doen vermoeden. DE rots is zo'n 15 meter hoog en bevindt zich in zee, vlak voor een strandje dat ooit best mooi en idyllisch geweest moet zijn. De meeste boten leggen aan bij een steiger aan een andere kant van dit kleine eiland. Vanaf daar moet je over betontrappen en een rotspad klauteren. Yentl loopt na haar avontuur bij Khao Lak de hele weg braaf aan de hand. En daar is dan het strand. Nee, ik moet zeggen: de toeristenkermis. Ik had het vanaf zee al gezien. Vreselijk. Yentl en ik nemen een duik in zee, de overige bezoekers van dit eilanden duiken meteen in de parelkettingen en dergelijke. Later koop ik op verzoek van de meisjes voor ieder een t-shirt.
Vanaf James Bond Island varen we vrijwel direct door naar Ko Panyee. Nu zien we het van de andere kant en vanaf zee ziet het er lang niet zo vreselijk uit als wanneer we aan wal gaan. Eerst moeten we door een restaurant, waar onze bootsman een bord rijst met prut aangereikt krijgt en wij meteen bestormd worden door het personeel gewapend met menukaarten. We lopen door en belanden in een soort Beverwijkse bazaar. Daar proberen alle verkopers ons zo ver te krijgen wat te kopen voor Levia en/of Yentl. Alles is ' so nice for your babies'. Onze babies krijgen weer de kriebels. Er valt niets aan ze te slijten, maar ze worden wel weer vastgepakt door vele Thaise handen als ze niet oppassen.
Wel grappig is de school op het eiland. Ook daar is op toeristen gerekend. Yentl vermaakt zich er uitstekend, want er is een soort aquarium en de afgelopen weken is gebleken dat Yentl een grote zwak heeft voor alles wat in het water leeft.
Onze pre-lunch bestaat vandaag uit koekjes en yoghurtdrankjes. Overal waar je hier komt, staan koelkasten (of koelboxen, die zie je vaker) afgeladen met yakult, het spul dat je in Nederland in piepkleine flesjes voor exorbitante prijzen koopt. Ik vraag me af waarom het hier zo populair is. Bij vertrek uit Eindhoven verkocht de apotheker op de Tongelresestraat me 2 potten met probioticapillen. Dat zou darmproblemen voorkomen dus moest ik het de meisjes (en onszelf) iedere dag voeren. Of nemen in grote hoeveelheden indien de nood aan de man was. Niet dat ik dat gedaan heb. (De potten zijn nu onderweg op een schip van Thailand naar Nederland. Ik heb ze vanaf Krabi teruggestuurd met ons kledingoverschot.) Yakult bevat ook probiotica als ik goed geinformeerd ben. Vindt het daarom hier in Thailand zo gretig aftrek? Yentl en Levia zien het aan voor Fristi en mogen best af en toe een flesje van het spul drinken.
Bij vertrek vanmorgen leek Levia voor de zoveelste dag op rij niet helemaal in orde. In plaats van praten kan ze hoogstens nog piepen als een zielig vogeltje. Het lijkt erop dat ze verstopte darmen heeft, maar ze heeft ook een soort koortsaanvallen en klaagt dan over pijn. Paracetamol en een tukje zijn altijd de oplossing. Binnen een half uur is het ergste leed dan geleden en is de koorts geheel verdwenen. Na de boottocht ziet ze er weer levendig uit. Toch besluiten we de kinderen een beetje rust te gunnen. In plaats van door te fietsen naar het kampeerterrein in het National Park, blijven we dus nog een nachtje in de Phang Nga Inn.
Aan het eind van de middag brengen we een bezoekje aan een grot. Een echte grot krijgen we niet te zien. Vermoedelijk is de grote, groene draak waar je in kunt de toegangspoort tot de grot. Zover komen we echter niet. Op het terrein zijn heel veel beelden. Je kijkt er je ogen uit. Een soort schuur met golfplaten dak is ingericht als tempel met een hele grote buddha en diverse kleinere. Het mooiste is echter de monnik die de apen voert. Twee soorten apen springen in de rondte, zwabberen aan takken, vlooien elkaar, lopen macho-achtig rond en komen af en toe een banaan halen.
Daarna rijden we nog even naar het park waar we gisteren waren. We zijn nu iets vroeger en het is een gezellige drukte. Het soepmannetje van gisteren staat er weer met zijn stalletje en ik besluit me aan een kop soep te wagen. Dat wordt terplekke voor je bereid met wat je er maar in wilt. Eerst begrijpt de soepman me verkeerd en in plaats van vegetarische soep krijg ik een soep vol varken. Een dame van het nabije tafeltje schiet te hulp. Ze pakt mijn soep mee, geeft die aan een voorbijganger en de soepman maakt lachend een soep met groente en viscakejes voor me. Heerlijk!
Iedereen om ons heen eet en geniet. Er zijn wat stalletjes naast de speeltuin, tafeltjes en vandaag is er ook iemand die gipen beeldjes verkoopt. Als je zo'n beeldje koopt, mag je even verderop aan een tafeltje gaan zitten om het te beschilderen. Overal wordt gesmikkeld, gesmuld, gelachen en gepraat. Kinderen spelen kwetterend in de speeltuin, het schemert al een beetje. Een tijdje bestudeer ik de ijscoman. Die hakt telkens een stuk ijs af. Dat gaat door een verpulverapparaat. Vervolgens schept hij het op met een vormpje, perst het ijs in een pakje, zodat er een puntige toren van ijs ontstaat. Daar wordt dan een siroop naar keuze over gegooid. Het ziet er kleurig en aantrekkelijk uit.
Yentl is bij aankomst meteen de speeltuin ingedoken en speelt Bob de Bouwer. Met een stuk plastic verlengt ze de glijbaan. Ze bouwt een weg, maakt een grote berg en een serie huisjes. Bijna een uur is ze bezig. Levia slaapt in de fietskar. Wij kijken en eten soep en gefrituurde banaantjes en ananas. De lokale bevolking zit hier waarschijnlijk iedere dag. Ze vinden het leuk dat wij er zijn, nodigen ons uit aan hun tafeltjes, stellen vragen, proberen banaantjes te slijten aan Levia als ze wakker wordt en bewonderen onze fietskar. Voor ons is dit een bijzonder moment, zo'n plek die je je nog lang herinnert.
zaterdag 23 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
net de hele blog gelezen vanuit het warme amerika. ik zou zo naar jullie toe willen komen. veel plezier daar nog.
groetjes uit arizona
Veerle
Een reactie posten